De Stiep Educatief


Herinneringen aan vroeger

VROEGER in Harderwijk

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

VROEGER in Harderwijk

Ik sliep in Harderwijk in een bedstede. Achter een groen gordijntje.
Samen met mijn broer.
Ik heb een leuke tijd gehad in Harderwijk. Als we op visite gingen bij mijn vaders ouders ging ik altijd naar mijn moeders ouders.
Dat waren mijn liefste oma en opa.

Anoniem, Amsterdam

VROEGER in Suriname

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

VROEGER in Suriname

Vroeger in Suriname sliep ik op een houten bed.
Ik had ook een laken van bloemzakken.
Ik had geen pyjama maar wel een onderhemd en een onderbroek. Daarmee sliep ik.
Mijn kleren werden in een kist gelegd.
De badkamer en de w.c. waren achter op het erf.

Anoniem, Amsterdam

Herinneringen aan vroeger - Peren halen

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Herinneringen aan vroeger - Peren halen

Ik denk meteen aan peren…ik ging vroeger peren "halen" bij de boer en daarna… hard weglopen. Dan kwam de boer achter je aan, en dat was kicken. Maar je kwam dan wel eens met gescheurde kleren thuis. Dan kreeg je echt een pak slaag. 

Of je ging spelen in de hooiberg bij de boer. Ik heb het leuk gehad in mijn jeugd, toen was alles nog fijn. Maar helaas, is dat nu niet meer zo. Je kent het spreekwoord nog wel:
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Het was altijd leuk in de straat. Mijn eerste brommer was een Solex, ik was net 11 jaar. Dat was heel wat in die tijd…Ik mocht niet op straat rijden, maar ja, je ging toch stiekem verder… En toen kwam "Bromsnor" eraan, en dan reed ik snel weg voordat hij me te pakken kreeg. En dan heel snel naar huis… 

We hadden met vrienden een fort gemaakt, dat was heel leuk. Ik was de kleinste van de club, maar ik was wel de snelste van de groep. 

En vroeger moest je geld verdienen. Dan gingen we wormen schudden op het veld. Je had soms wel 4 kilo wormen bij elkaar, dat bracht toen 40 gulden op. Daar moest ik mijn benzine van betalen en snoep kopen. 

Oké, het is wel wat kort, maar ik kwam niks te kort…want ik heb een leuke jeugd gehad.

Jan

Herinneringen aan vroeger - Buiten spelen

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Herinneringen aan vroeger - Buiten spelen

Ik ging met mijn vriendinnetjes tollen op straat. Dat was altijd heel erg leuk. Ik was een jaar of tien, elf. Ik draaide het touw om de tol en dan gaf je hem een zwieper en dan ging hij tollen. Prachtig! 

En op school in de pauze ging ik altijd touwtje springen met een paar meiden.

Als ik uit school kwam, en ik hoefde mijn moeder niet te helpen met werken, dan ging ik kaatsballen met twee of drie ballen. Ik deed het tegen de schuur, maar de muur was te laag en dan ging het met de ballen wel eens niet goed. Dan vlogen de ballen erover heen. En dan moest ik weer het dak op om de ballen te pakken. 
Toch heb ik niet vaak kunnen spelen.
Mijn kinderen hebben een leukere jeugd gehad dan ik.

Tineke

Herinneringen aan vroeger - een mooie jeugd

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Herinneringen aan vroeger - een mooie jeugd

Ik heb vroeger heel veel buiten gespeeld. Het leukste in de zomer was: hutten bouwen met zijn allen. We maakten ze ook wel eens ondergronds, want die kon je niet zien. 

Ik heb ook vaak cowboytje gespeeld, ik had veel fantasie en ik vond het heel spannend. 

Ik heb op fietscrossen gezeten, dat was een leuke tijd.

Ik had ook werktaken thuis. Ik moest buiten vegen en harken in de tuin. En ik moest de schuur opruimen. Dat deed ik altijd op zaterdagmorgen. 
Daar ben ik niet slechter op geworden. Ik heb een hele mooie jeugd gehad, dankzij mijn ouders.

Frank

Mijn droom

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Mijn droom

Ik werk zelf in het ziekenhuis.
Ik droomde heel veel over het ziekenhuis.
Een keer droomde ik dat ik ruzie met mijn baas had.
Het ging over het dweilen van een keuken.
Ik had er geen zin in om de keuken te dweilen.
Dat moet u maar zelf doen u doet de hele dag niks, alleen maar commanderen.
Hij werd heel boos nam me bij de arm en sloeg me.
Je gaat nu dweilen of anders ga ik naar de directrice.
Daar schrok ik wel van, en ik ben toen gaan dweilen.
De baas was zo kwaad, hij schreeuwde van alles wat niet meer door de beugel kon.
Daarna moest ik bij hem op het kantoor komen.
Ik zei nog je mag me best een grote mond geven, maar dan wel apart en niet waar anderen bij zijn.
Ik schreeuwde zo hard dat ik er zelf wakker van werd.
Ik lag te zweten in bed.
En dit was mijn droom.

Ria Scheeren

Kinderdroom

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Kinderdroom

Als jong meisje zittend op een hoge stoel, zonder met mijn voeten aan de grond te kunnen komen, zat ik vaak bij mijn buurmeisje thuis. Mijn buurmeisje heette Aaltje en in leeftijd verschilden wij veel. Aaltje werkte toen nog thuis als naaister. Aaltje haar werkplek is in een hoek van de kamer voor het raam, dit vanwege het daglicht. Een naaimachine, allerlei lappen en lapjes stof, klosjes garen van verschillende kleuren, draadjes, spelden en naalden en wat maar meer nodig is om te kunnen naaien vormen samen haar domein. In de winter werd er in dezelfde kamer ook: gewoond, visite ontvangen, gekookt en geslapen en niemand die het raar of hinderlijk vond. 

Met grote bewondering zag ik wat zij deed en hoe handig en snel haar handen werkten. De middelvinger werd meestal beschermd door een vingerhoed. Voordat een begin kon worden gemaakt met het naaien van een kledingstuk was er eerst veel voorwerk te doen. Eerst werd de maat genomen van de persoon waar iets voor gemaakt moest worden en daarna het tekenen van een patroon. Door middel van kleine vellen papier aan elkaar te plakken was het mogelijk de gewenste patroon te maken, daarna volgde het knippen van de stof. Om de patroon op het stof over te brengen moest er worden gelust, dit gebeurde met grote steken die daarna weer doorgeknipt werden. Om de rok of jurk te kunnen passen werd het eerst met de hand in elkaar geregen, waren er geen veranderingen nodig dan werd alles met de machine in elkaar gestikt. 

Niet alleen naaien, ook borduurwerk kwam regelmatig voor, dit als versiering van het geheel. Het boeide mij en ik was, als het enigszins mogelijk was, regelmatig bij de buren te vinden. Al snel had ik het idee dit is het wat ik later wil gaan doen; handwerken. Ik wilde later net zo goed kunnen handwerken als Aaltje maar daar moest je wel goed je best voordoen. 

Op nog zeer jonge leeftijd mocht ik bij Aaltje komen om de eerste beginselen van het handwerken te leren. Zij had het geduld mij te helpen, maar makkelijk was het niet, ik was nog erg jong. Er was één regel die altijd gevolgd moest worden, niet goed of slordig gewerkt dan moest het uitgehaald worden. Ik wist dat Aaltje erg streng was, wilde je niet luisteren of uithalen, dan kon je vertrekken. Aaltje had geen zin en tijd om zich bezig te houden met kinderen die niet wilden horen. 
Soms was er ook een ander meisje uit de buurt aanwezig, maar die had vaak moeite met het uithalen van haar werk en dat ze dan weer opnieuw moest beginnen. Daardoor kwam het regelmatig voor dat zij vroegtijdig naar huis kon gaan. 

Zo is mijn wens om later handwerklerares te worden geboren, alles zelf kunnen maken en anderen iets leren. Helaas is dit niet de werkelijkheid geworden. 

Had Aaltje nog gebruik kunnen maken van een avondopleiding, toen ik dit wilde gaan doen bleek het voor mij niet meer mogelijk te zijn. Bovendien waren de eisen van de vooropleiding ook veranderd en door omstandigheden had ik niet de juiste school gevolgd, hierdoor kon ik niet meer aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het handwerken heb ik wel goed geleerd en ook veel gedaan, maar op dit moment maak ik daar bijna geen gebruik meer van. 

Mijn kinderdroom is dus niet in vervulling gegaan maar het opzien naar een bepaald persoon heeft denkelijk ook grote invloed gehad, zodat het een 'droom' werd. 

Wat mij nu erg boeit en waar mijn interesse naar uit gaat, is de Nederlandse taal. Ik wil graag verhalen maken zonder dat ik bang hoef te zijn fouten te maken of dat een ander zich stoort aan mijn verkeerd taal gebruik wat betreft grammatica, interpuncties, of de d en t waar ik nogal moeite mee heb. 

Ik heb nu een leeftijd dat je het geen kinderdroom meer noemt maar ik heb wel een wens en die is, foutloos Nederlands te schrijven.

Tini Brantsma

Zesde symfonie van Ludwig van Beethoven

Herinneringen aan vroeger
08 JAN 2018

Zesde symfonie van Ludwig van Beethoven
(de Pastorale ofwel het landleven betreffend)

De eerste keer dat ik de zesde symfonie van Ludwig van Beethoven hoorde werd ik al luisterend bij de onderdelen onweer en storm in gedachten teruggeplaatst naar het eind van de jaren twintig van de vorige eeuw toen ik zes jaar was en in de nacht wakker werd gemaakt.
Ik sliep in de bedstee in de woonkamer van de voormalige boerderij op De Hoeve 25 in Friesland. De bedstee kon gesloten worden met deurtjes. Wanneer er 's avonds visite was stond de woonkamer soms vol rook. De deurtjes gingen dan dicht om me te vrijwaren van de rook. Van het lawaai van het praten in de kamer had ik geen last. Daar sliep ik wel doorheen. 
De achterkant van de bedstee bestond uit een witgekalkte muur. Aan het voeteneind was een plank. De bedstee was voor mijn begrip hoog. Ik moest er in klimmen met een stoel. Eerst op de stoel gaan staan en dan kon ik in de bedstee klimmen. Onder de bedstee was een kelder, die dwars onder de boerderij doorliep. In die kelder werden aardappelen bewaard en er stonden een Keulse pot met zuurkool en een pot met zoute bonen. Langs de wanden van de kelder waren schappen waarop weckflessen met vlees van het geslachte varken en er lagen appels van een aantal appelbomen. 

Midden in de nacht moest ik opstaan want er woedde buiten een hevig onweer. De boerderij stond midden in de weilanden en het risico was niet denkbeeldig dat deze kon worden getroffen door de bliksem. Uit voorzorg werd ik wakker gemaakt en uit bed gehaald. Wanneer de boerderij zou worden getroffen door de bliksem en in brand zou raken zou ik vlugger kunnen worden gered. 
De kamer werd onophoudelijk verlicht door een bliksemstraal waarna de donder vrij spoedig volgde. Wanneer er drie tellen tussen weerlicht en de donderslag was dan was de inslag nog één kilometer verwijderd. Er waren in de kamer geen overgordijnen voor de ramen, want inkijk was gezien de ligging van de boerderij niet mogelijk. Tijdens de lichtflitsen zag ik het weiland voor de boerderij geel en groen oplichten. Telkens opnieuw zag ik het weerlichten en hoorde ik de donderslagen. Daar tussendoor hoorde ik de plensregen die neerdaalde op de boerderij en op het land. 
In de muziek van de zesde symfonie van Van Beethoven wordt dat geluid van neerplenzend water nagebootst door de violen. Ook het onweer wordt in de muziek nagebootst, maar de kritiek luidt, dat Van Beethoven eerst de donderslag laat klinken en dan de bliksemschicht. Dat klopt dus niet. Eerst komt de lichtflits en daarna de donderslag. Bij het geluid van de neerdalende regen in de symfonie van Ludwig van Beethoven voelde ik me weer verplaatst naar die nacht met het hevige onweer. 
Met een deken omgeslagen zat ik weer een beetje bibberend op de stoel voor de bedstee. Toch vond ik het een fantastisch gezicht. De kamer werd telkens verlicht door het weerlichten. Dan zag ik het silhouet van de inmiddels verdwenen houtwal (boswal) in de verte oplichten. Ook het weiland ervoor zag er dan spookachtig uit. Langzamerhand werden de tussenpozen tussen de lichtflitsen langer en veranderden de donderslagen in een aaneengesloten gerommel. Na het onweer werd ik in bed gedirigeerd en sliep weer onmiddellijk in. 

In de muziekwinkel zei men, dat ik in een geluiddichte cabine moest gaan zitten. Daar kreeg ik een koptelefoon op m´n hoofd. Er werden een aantal uitvoeringen met verschillende orkesten en dirigenten van de zesde symfonie van Ludwig van Beethoven gedraaid. Mijn voorkeur ging uit naar de uitvoering met de weergave van het ergste onweer, daarbij weer even in gedachten teruggeplaatst tijdens de onweersnacht in de voormalige boerderij op De Hoeve. 
In de muziek van Van Beethoven komt het onweer na vrolijk samenzijn van dansende boeren op het land. De componist lijkt hier veel fantasie te hebben gehad. Dansende boeren op het land heb ik nooit gezien. Zo romantisch was het leven op het land niet. Soms ging het om leven of dood. Op een mooie zomernamiddag waren een vader en z'n zoon op een weiland nabij de Linde aan het hooien. Bij de nadering van een dreigende onweerswolk gingen ze schuilen in een hooiopper. De bliksem sloeg juist op die hooiopper. De vader en de zoon, die dicht bij elkaar zaten, waren allebei dood. 

Het laatste deel van de symfonie, waarin volgens de muziek de mensen dankbaar zijn, dat het onheilspellende onweer zonder schade aan te richten is voorbij getrokken, is erg mooi en rustgevend. 
In de televisiewinkel vroegen we naar een televisie met een goed geluid. De verkoper vond dat een vreemde vraag. Iedereen vroeg naar een televisie met een goed beeld. 
Via een satelliet zien we nu op buitenlandse zenders een orkest met een uitvoering van de muziek onder meer van Van Beethoven en luisteren door middel van geluidboxen tegelijkertijd naar de muziek. 

Wanneer de zesde symfonie wordt uitgevoerd en in de verte het gerommel van een naderend onweer hoorbaar wordt, wacht ik met spanning op het onweer en de storm. Even zie ik me dan weer in gedachten als kind 's nachts tijdens een hevig onweer op de stoel zitten voor de bedstee in de voormalige boerderij op De Hoeve.

Venema.W.


Pagina 1 2 3