Mijn verhaal van Raponzel

Er waren eens een koning en een koningin en die hadden samen een dochtertje. En die heette Raponzel. Op een dag was het de verjaardag van hun dochtertje Raponzel. Ze werd 18 jaar. De koning vond het tijd dat ze een man kreeg, dus hij verstuurde allemaal uitnodigingen, door het hele land. 
Overal moesten ze vandaan komen vond hij. Maar wie met Raponzel wilde trouwen, moest eerst drie opdrachten uitvoeren. Zo gezegd zo gedaan.
Er heerste heel veel lawaai rond het kasteel toen er feest werd gevierd. De prinses kon maar niet kiezen uit zoveel mannen. Ze had er drie op het oog, maar die moesten eerst nog drie uitdagingen aangaan die de koning had bedacht. 

De eerste moest drie dingen op gaan halen. Hij ging op pad en kwam na één week al weer bij de koning aan. 
De tweede moest ook drie dingen doen. Hij moest een draak verslaan en een tand halen bij een heks en een toverdrank maken. 
Nu was de derde aan de beurt. Wat moest hij gaan doen om te kunnen trouwen met de prinses? Dat was nog een verrassing, zie de koning tegen hem. 
Maar hij moest ook drie opdrachten doen. Hij moest alle vrouwen van zijn dorp meenemen naar een ver land. Daar aangekomen moest hij voor al die vrouwen een man zoeken. Want hij had altijd al geroepen dat hij dat wel kon en toen dacht de koning: die krijg ik nog wel een keertje. 
Maar de derde opdacht kon hij maar niet uitgevoerd krijgen. Hij ging terug naar de koning en zei dat hij de derde opdracht niet kon uitvoeren. 
Toen moesten de twee overgebleven prinsen bij de koning komen en toen moesten ze nog ieder een opdracht doen. 
De eerste had de moed al opgegeven. Toen had de tweede gewonnen en daar was de prinses wel blij mee.

Miranda Dosreis, ROC RIVOR

Download